Prometheus logo
linkerzijde



Bas Haring (2 oktober 2003)

Bas Haring (1968) studeerde natuurkunde aan de Universiteit van Utrecht en promoveerde in de Kunstmatige Intelligentie aan de Universiteit van Utrecht. Hij werkt als adviseur voor het bedrijfsleven en doceert aan de Universiteit van Leiden en aan de Hogeschool van Amsterdam. Bovendien presenteert hij het populair filosofische televisieprogramma Stof, dat begin 2004 door de RVU wordt uitgezonden.

Hij debuteerde in 2001 met Kaas en de evolutietheorie dat in 2002 werd bekroond met de Gouden Uil voor jeugdliteratuur en de Eureka!-prijs voor populair wetenschappelijke literatuur. Haring: “Toen ik de Gouden Uil won, schrok ik me een bult. Ik was er wel van overtuigd dat ik een bijzonder boek had geschreven en ik vind ook dat je het als literatuur kunt lezen. Aan de basis van het boek liggen ook literaire drijfveren, ik wou niet alleen feiten weergeven, maar lezers ook uitdagen om zichzelf vragen te stellen.”

Kaas en de evolutietheorie maakt de lezer (jong en oud) op een heldere, speelse en humoristische manier bekend met de belangrijkste principes van de evolutietheorie. Het eerste deel van het boek gaat over de evolutietheorie zelf, in het tweede deel komen eeuwenoude filosofische vraagstukken en hun relatie met de evolutietheorie aan de orde.

Aan de hand van grappige voorbeelden maakt hij duidelijk wat de evolutietheorie van Charles Darwin betekent voor het dagelijks leven. Geen wetenschappelijk taalgebruik, geen gedetailleerde droge uitleg, maar een nadruk op de hoofdbeginselen, de grote lijnen en vele interessante vragen. Het aardigste van het boek is niet eens de uitleg van de principes van de evolutietheorie. Het zijn de consequenties van de evolutietheorie voor het gedrag van mens en dier en voor de menselijke cultuur en moraal die het grootste en onderhoudendste deel van het boek beslaan.

In de herfst van 2003, dus zeer binnenkort, verschijnt het tweede boek van Bas Haring met als titel De ijzeren wil -over bewustzijn, het brein en denkende machines.

De ijzeren wil is een boek over de verschillen tussen mensen, konijnen en computers. Dat computers intelligente machines zijn merken we dagelijks, en konijnen – of dieren in het algemeen – zijn meestal ook niet op hun achterhoofd gevallen. Toch lijkt het alsof er een speciaal plekje is voor ons, de mens. De intelligentste van allemaal. Veel mensen hebben het gevoel dat wij iets extra's hebben ten opzichte van dieren en machines: een ziel, bewustzijn, of een wil. Maar is dit gevoel terecht?
De ijzeren wil gaat over kunstmatige intelligentie en over de filosofische vragen die daaraan gerelateerd zijn.
Vragen als:
- Hoe kan het dat onze gedachten ontspruiten uit anderhalve kilo hersenvlees? - Wat is bewustzijn, en zit het ergens?
- Begrijpen vertaalprogramma's de teksten die ze vertalen?
- Kan een verzameling domme mieren in z'n totaliteit intelligent zijn?
- Kan een robot bang zijn om te sterven?
- Hoe kunnen miljarden losse hersencellen je een gevoel van individualiteit geven?
- Wat is emotie, en waarom hebben we gevoelens?
- Kan een computerprogramma slimmer zijn dan zijn programmeur?
De ijzeren wil geeft niet perse antwoorden, maar laat wel zien hoe je op een intelligente manier met dit soort vragen om kunt gaan. Speels, en met voorbeelden uit het dagelijks leven.